Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen
Artikel 1
Voor de toepassing van dit reglement en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:
- bestuur:
- het bestuur van de Stichting Certificering Financieel Planners (CFP);
- examen:
- het examen Financieel Planner;
- kandidaat:
- degene die deelneemt aan een examen of een verzoek heeft gedaan als bedoeld in artikel 4.
Hoofdstuk 2. Inhoud van de examens
Artikel 2
- Het examen is opgebouwd uit onderdelen die overeenkomen met de vakgebieden, juridisch, fiscaal, beleggen, ondernemer, DGA, toekomstvoorziening en sociale zekerheid. Het examen toetst of de kandidaat voldoende kennis heeft van deze vakgebieden, met inachtneming van de door of namens het bestuur vastgestelde leerdoelen.
- Het bestuur kan nadere voorschriften vaststellen met betrekking tot het examen.
Hoofdstuk 3. Inrichting van de examens
Artikel 3
- Het bestuur biedt ten minste tweemaal per jaar gelegenheid tot het afleggen van het examen.
- Het bestuur bepaalt de modaliteiten van het examen, en wijst zo nodig de perso(o)n(en) aan die het examen afneemt.
- Het bestuur maakt de plaats waar en het tijdstip waarop het examen kan worden afgelegd, tijdig bekend.
- Het examen wordt schriftelijk afgenomen, eventueel ondersteund met digitale hulpmiddelen.
- Voor kandidaat toegestane hulpmiddelen zijn:
- wettenbundel (wetteksten, en lagere regelgeving van overheidswege) zonder aantekeningen;
- financieel rekenmachine
- In nader bepaalde situaties kan het examen mondeling worden afgenomen.
- Examens worden in de Nederlandse taal afgenomen.
- De duur van het examen bedraagt voor elk onderdeel van het examen ten hoogste twee uur.
Hoofdstuk 4. Vrijstelling
Artikel 4
- Het bestuur kan in individuele gevallen, op schriftelijk verzoek, geheel of gedeeltelijke vrijstelling verlenen van het afleggen van het examen aan degene die beschikt over schriftelijke bewijzen waaruit naar het oordeel van het bestuur blijkt dat hij de kennis heeft die is vereist voor het met goed gevolg afleggen van het desbetreffende examen.
- Voor de behandeling van het verzoek om vrijstelling wordt een bedrag in rekening gebracht.
Artikel 5
Het bestuur verleent geheel of gedeeltelijke vrijstelling van het afleggen van het examen aan de kandidaat die:
- gedurende ten minste drie jaar in de praktijk een aantoonbare staat van dienst heeft opgebouwd van relevante werkzaamheden met betrekking tot de inhoud van het examen; en
- aan het bestuur een overzicht heeft overgelegd waarin hij de werkzaamheden die ten grondslag hebben gelegen aan zijn hiervoor in onderdeel a bedoelde staat van dienst heeft vastgelegd; en
- het in artikel 6, eerste lid, bedoelde gesprek heeft gevoerd dat tot een positief oordeel van het bestuur heeft geleid.
Artikel 6
- Indien aan het gestelde in artikel 5, aanhef en onderdelen a en b, is voldaan, beoordeelt het bestuur of beoordelen de door het bestuur aan te wijzen personen in een gesprek met de kandidaat, in hoeverre de in artikel 5, onderdeel a, bedoelde kennis op het vereiste niveau aanwezig is.
- Een herkansing van het gesprek, bedoeld in het eerste lid, wordt niet toegestaan.
Hoofdstuk 5. Examengeld
Artikel 7
- Alvorens het examen, dan wel een gesprek als bedoeld in artikel 6, kan worden gevoerd dan wel afgelegd, betaalt de kandidaat het daarvoor verschuldigd examengeld.
- Voor het afleggen van het examen en het gesprek als bedoeld in artikel 6 wordt een door het bestuur vast te stellen bedrag in rekening gebracht.
Hoofdstuk 6. Slotbepalingen
Artikel 8
- Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2023.
- Dit reglement wordt aangehaald als: Examenreglement Financieel Planner (RFP).